HET IS...Weetje Woensdag

Weetje Woensdag: hoe boek je progressie?

geschreven door Marit oktober 17, 2018 0 comments

De derde blog in een reeks waarin ik je meer vertel over “trainen”. Deze keer ga ik dieper in op de trainingsregels. Wat zijn nou de gouden regels om progressie te boeken?

Trainingsregels

De trainingsprincipes die ik vorige week deelde, hebben geleid tot een aantal regels dat op elke training of serie van trainingen van toepassing moet zijn. Ze worden ook wel gouden regels genoemd, omdat ze de kans op een prestatietoename erg groot maken.

  1. Specificiteit
    Net zoals ik vorige week vertelde, is het belangrijk om oefeningen te doen die passen bij de prestatie die gevraagd gaat worden of past bij de wedstrijdvorm. Wil je beter worden in squats? Doe dan ook die oefening. Wil je sneller worden in hardlopen? Train dan ook gericht daarvoor.
  2. Progressiviteit
    Er moet een toename van de trainingsbelasting zijn om een trainingsprikkel te blijven bewerkstelligen. Een training is pas een prikkel, als het lichaam uit balans wordt gebracht. Wanneer je met gemak 20 kilo squat, zul je hier dus gewicht bovenop moeten doen, om progressie te boeken. 
  3. Geleidelijkheid
    De toename van de trainingsprikkel moet geleidelijk zijn. De prikkel moet niet te groot zijn, want dan loopt het lichaam schade op, wat alleen maar zorgt voor achteruitgang. De belasting tijdens de training moet dus zo ingericht zijn dat het lichaam het ziet als stimulans om zich aan te passen. Niet te hard van stapel dus, maar rustig opbouwen.
  4. Variatie
    Zorg voor variatie in je training. Dit betekent niet dat je elke training totaal anders moet doen, de basis kan wel hetzelfde zijn. Maar je kunt wel variatie brengen in de volgorde, de oefening net iets anders uitvoeren of spelen met herhalingen/gewicht. De algemene goede belastbaarheid is de basis voor betere, specifieke prestaties.
  5. Continuïteit
    Zorg ervoor dat je de trainingen verdeeld. Per jaar 180 keer trainen lijkt goed. Twee keer per dag trainen in 4 maanden is niet goed. Probeer dus een manier te vinden waarin je plezier hebt en wat vol te houden is. Niet dan weer een maand wel en een maand niet, maar regelmatig. Op die manier boek je progressie en gaat niet elke keer je kracht of uithoudingsvermogen verloren.
  6. Vermoeidheid
    Na de training moet je niet meer in staat zijn om dezelfde training weer uit te voeren. Dat betekent dus dat je vermoeid hoort te zijn na een training, anders heb je jezelf niet genoeg uitgedaagd. Je hoeft niet elke keer helemaal kapot te zijn, maar het moet zeker wel zo voelen dat het lichaam flink geprikkeld is. Daarna genoeg herstel is ook weer belangrijk voor progressie.

Nu ik jullie de afgelopen weken veel heb verteld over doelen, resultaat en progressie, ben ik benieuwd of jullie willen of ik ergens anders (omtrent dit onderwerp) dieper op in kan gaan? Laat maar weten!

Bron: het boek “fitnesstrainer A” van Fit!vak.

Laat een comment achter

Mijn andere blogs