Nu de marathon van Berlijn afgevinkt is, heb ik het gevoel weer bij het beginpunt van fitness te beginnen. De afgelopen maanden heb ik de cursus Fitnesstrainer A gevolgd en het lijkt me leuk om de komende weken mijn opgedane kennis met jullie te delen. Ik ga beginnen bij het begin: wat is je doel bij het trainen?
Doel van training
Een doel hebben bij het trainen is niet alleen motiverend, het is ook handig, want daardoor weet je op wat voor manier je kunt gaan trainen. Je hoeft niet altijd een groot doel te hebben (zoals een marathon, afvallen of aankomen), maar vaak train je niet voor niets. Vaak wordt er getraind met de wil om bijvoorbeeld sterker te worden, strakker, sneller en/of voor een betere gezondheid.
Doelen kunnen dus zijn:
– Het vergoten van de kracht (krachttraining)
– Het vergoten van het uithoudingsvermogen (duurtraining)
– Het vergroten van het spieruithoudingsvermogen
Krachttraining
Krachttraining is een belasting waarbij de sporter een groter dan normale weerstand ondervindt als hij/zij gewent is. Deze trainingen kenmerken zich door een hogere intensiteit (gewicht) en weinig herhalingen. Tijdens het trainen kun je gewichten/weerstand gebruiken als dumbells, kettlebells, barebells, halters, banden of apparaten). Wil je progressie boeken en sterken worden, dan zijn er een aantal ‘regels’ die je hierbij gaan helpen. Hier zal ik een andere blog verder op ingaan. Mensen die aan krachttraining doen, hebben vaak het doel om de spiervolume toe te laten nemen, zodat je sterker wordt. Je kunt ‘gewoon’ sterker willen worden, maar krachttraining wordt ook ingezet om bij bepaalde sporten meer kracht te leveren (denk aan sporten als schaatsen, hockey, voetbal, etc.).
Duurtraining
Duurtraining, of ook wel het trainen van je uithoudingsvermogen, kunnen we omschrijven als ‘het vermogen gedurende langere tijd een bepaalde activiteit vol te houden’. Het uithoudingsvermogen wordt bepaald door het functioneren van hart en longen. Als er zo’n 1/6e of meer van de spiermasse actief is (de benen zijn dus al genoeg), zal er een aanspraak gedaan worden op het cardiorespiratoir en cardiovasculair systeem (hart, longen en vaten). De reden waarom het dus vaak ook cardio wordt genoemd. Voorbeelden zijn (hard)lopen, fietsen, zwemmen, roeien, steppen, crosstraining en skating.
Spierkrachtuithoudingsvermogen
En dan heb je nog iets wat er zo ongeveer tussen inzit. Bij deze vorm van trainen maak je bij oefeningen vaak zo’n 20 tot 30 herhalingen (bij krachttraining is dit vaak tussen de 8-12 herhalingen). Doordat je een bepaalde oefening doet voor een spiergroep en dus minder dan 1/6e van de spiermassa actief is, doe je geen aanspraak op het hart en de longen. En de intensiteit (gewicht/weerstand) is lichter dan krachttraining. Deze vorm van trainen verbetert met name de coördinatie en het spierkrachtuithoudingsvermogen en resulteert in het versterken van de spieren. Het verschil met krachttraining is dat deze vorm van training niet zal leiden tot een toename van het spiervolume (met uitzondering op beginners).
Zelf heb ik de afgelopen maanden dus alleen maar aan duurtraining (en heel af en toe spierkrachtuithoudingsvemogen) gedaan. De komende weken wil ik me juist meer gaan focussen op krachttraining. Een update over mijn van sporten vertel ik je morgen op mijn blog!
Nu ben ik wel benieuwd… welke trainingsvorm hanteer jij? En wat is je doel hiermee?
Bron: het boek “Fitnesstrainer A” van Fit!vak.
2 Comments
Ik ben 54 jaar. Mijn doelen zijn in de loop der tijd veranderd. Vroeger was ik veel aan het sporten om maar slank te blijven. Nu sport ik om mijn lichaam soepel te houden, om geen blessures te krijgen èn vanwege de energie die het trainen me daarna geeft. Mijn training bestaat uit een half uur cardio op de crosstrainer en dan 3 kwartier krachttraining voor buik, benen en billen. Nu ik in de overgang zit, merk ik dat het meer moeite kost m’n lijf strak te houden. De oefeningen helpen hierbij. Ik train 2 a 3 keer per week.
Hoi Margot,
Wat mooi om te lezen zeg. Ik vind de doelen die je noemt ook erg belangrijk! Keep up the good work!